De reden waarom je valbeveiliging draagt, is simpel: als je valt, vangt de valbeveiliging je op. Vervolgens hang je in het harnas, maar dit hangen kun je niet heel lang volhouden. Vrijwel direct voel je dat je beenbanden beginnen te knellen. Dit beperkt je bewegingsvrijheid. En hoe meer je beweegt, hoe meer je harnas knelt. Na verloop van tijd beweeg je helemaal niet meer en kun je zelfs bewusteloos raken. Een bewusteloos slachtoffer heeft slechts 15 minuten voordat het levensbedreigend wordt. Daarom is het belangrijk om snel en adequaat te handelen als een collega valt van hoogte. Hoe pak je dat aan?


Om te beginnen: hoe zit het precies met die 15 minuten? Als je lang hangt in een harnas, gaat deze knellen. Dit beperkt jouw bewegingen, terwijl bewegen juist zorgt voor een goede bloedcirculatie. Na verloop van tijd is je bloedcirculatie (en daarmee je zuurstoftransport) zo beperkt dat je in shock kunt raken of je bewustzijn kunt verliezen. Dan is er helemaal geen bloedcirculatie meer, waardoor de situatie levensbedreigend wordt

Verwondingen en weersomstandigheden

Daarnaast bestaat er de kans dat je iets breekt tijdens het vallen. Ook weersomstandigheden spelen een rol. Op (zeer) koude of regenachtige dagen riskeer je onderkoeling. Al deze factoren maken dat het belangrijk is dat een slachtoffer binnen 15 minuten wordt gered. Zorg daarom dat er altijd een reddingskit binnen handbereik is. En werk nooit alleen op hoogte als je valbeveiliging draagt: wie gaat de hulpdiensten bellen als jij valt?

 

Redden op hoogte in 4 fasen

Wat doe je als een collega valt? Dan is het belangrijk om eerst 112 te bellen om aan te geven dat er iemand hangt in het harnas en dat jij eerste hulp gaat verlenen. Daarna onderscheiden we grofweg 4 fasen.

 

Reddingsfase 1: druk wegnemen

De eerste stap is altijd: proberen om de druk weg te nemen die het harnas uitoefent op het lichaam. Deze stap kun je alleen uitvoeren als je collega voldoende bij bewustzijn is. Druk wegnemen kan namelijk op twee manieren:

 

  • Bandje / reddingslus

Je laat een ondersteunende band of reddingslus zakken, waar je collega vervolgens met de voeten in gaat staan. Dit neemt de druk (deels) weg. Dit mag bij nood een hijsstrop zijn, een lus in een touw of iets vergelijkbaars wat sterk genoeg is. Het slachtoffer kan hiervoor ook de eigen positioneringslijn gebruiken, als deze voorhanden is.

  • Suspension loops / Trauma straps

De gevallen collega gebruikt ‘suspension loops’ (ook wel ‘trauma straps’ genoemd) die vast zitten aan het harnas ter hoogte van de heupen. Het slachtoffer rolt de ondersteuningslussen uit en gaat er met zijn voeten in staan. Door de staande houding en ondersteuning, wordt de druk op het lichaam lager. Daarnaast kan de collega loopbewegingen maken, waardoor de bloedcirculatie op gang blijft.

 

Reddingsfase 2: aanpikken aan reddingsset

Voor deze fase gaan we ervanuit dat je zelf niet naar beneden hoeft af te dalen. En dat je je collega kan helpen vanaf het punt waar diegene is aangelijnd. Hierbij zijn er grofweg twee manieren om je collega ‘aan te pikken’ (beet te pakken):

 

  • Via een frog

Een frog is een grijper waarmee je de ringen van een harnas kan vatten. Dit kan van bovenaf, met een telescoopstok. Je schuift deze uit tot de juiste lengte. Als het slachtoffer bij kennis is, heb je geen telescoopstok nodig, aangezien het slachtoffer jou kan ondersteunen bij het aanpikken.

  • Via een karabijnhaak

Een karabijnhaak kan ook. Hierbij kun je ook een telescoopstok gebruiken als het slachtoffer niet bij kennis is. Is het slachtoffer wel bij bewustzijn? Dan kan diegene jou helpen met de karabijnhaak.

Zodra je je collega te pakken hebt, kun je de stok weghalen en hem of haar omhoog of omlaag takelen.

 

Reddingsfase 3: optakelen of laten zakken via afdaalapparaat

Afhankelijk van de situatie takel je je collega op of laat je hem afdalen.

 

  • Afdalen

Takel je colega eerst een stukje op, zodat je het verbindingsmiddel los kunt maken. Laat je collega daarna omlaag zakken met de reddingsset. De reddingsset kan een centrifugaal afdaalapparaat bevatten of een handmatig afdaalapparaat.

  • Optakelen

Afhankelijk van de situatie kun je er voor kiezen om het slachtoffer omhoog te takelen. In dit geval moet je er wel rekening mee houden dat je hulp van anderen nodig hebt om het slachtoffer over de (dak)rand te krijgen.

 

Reddingsfase 4: weer op vaste grond

Leg je collega eenmaal weer op vaste grond nooit zomaar plat neer. Zorg dat het bovenlichaam altijd omhoog blijft wijzen, in een meer zittende houding en laat het harnas aan. Stel het slachtoffer gerust (indien mogelijk) en behandel eventuele oppervlakkige verwondingen. Vanaf dit punt is het zaak dat een arts of ambulancepersoneel het overneemt. Ook als er geen zichtbare verwondingen zijn.

 

Valbeveiliging weggooien

Belangrijk punt van aandacht: gooi de valbeveiligingsmiddelen na vallen altijd weg. Door de valkracht zijn ze mogelijk vervormd of (maximaal) uitgerekt, waardoor de werking verloren gaat. Dit geldt ook voor het ankerpunt.

 

Het belang van training

Bij redden van hoogte is het zaak om snel en adequaat te handelen. De Europese richtlijn 2001/45/EG stelt daarbij verplicht dat je als bedrijf voldoende bent voorbereid op een reddingsoperatie. Periodieke reddingstrainingen zijn dus een must.

 

Vraag een training aan

Bij Mennens geven we deze trainingen, die we volledig afstemmen op de bestaande werksituatie(s) van de cursisten. Onze gecertificeerde trainers maken de cursisten bewust van valgevaar en leren hen noodsituaties te herkennen én te beoordelen. Ook ontdekken deelnemers hoe zij reddingssets en -middelen veilig gebruiken. Zij oefenen dit ook tijdens scenario’s die de dagelijkse praktijk van de deelnemers zo nauwkeurig mogelijk nabootsen. 
 

Meer informatie?

Ook je medewerkers periodiek trainen in redden op hoogte? Neem contact met ons op voor meer informatie of vraag direct een training aan.

Samenvatting podcast 'Evacueren en redden op hoogte'


In Nederland wordt steeds meer op hoogte gewerkt, voornamelijk omdat er minder ruimte beschikbaar is. Werkgevers hebben volgens de Arbowet de verplichting om te zorgen voor een veilige werkplek door middel van risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Het is belangrijk om aandacht te besteden aan het evacueren en redden van werknemers op hoogte en in diepte, aangezien werkgevers verantwoordelijk zijn voor eerstehulpverlening bij calamiteiten.

Evacuatie betreft het zo snel mogelijk verlaten van een benarde situatie, terwijl redden het bieden van hulp aan een slachtoffer inhoudt. Bij werken op hoogte moet men denken aan maatregelen voor het veilig afdalen, zoals afdaalsets of afdaling met constante snelheid. Bij werken in besloten ruimtes, zoals het betreden van tanks of silo's, zijn ankerpunten, driepoten en liersystemen belangrijk voor veilig betreden en verlaten van de ruimte.

Vooral voorlichting, training en goede voorbereiding zijn cruciaal voor zowel werkgevers als werknemers. Zorg voor de juiste procedures en zorg dat medewerkers getraind zijn in het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en reddingapparatuur.