Veilig werken met hijsmiddelen: 7 uitgangspunten

Bij veilig hijsen en heffen komt veel kijken. En hijsmiddelen zijn er in tal van soorten en maten. Waar kun je op letten? Hijs- en hefexpert Cees Schipperen deelt 7 uitgangspunten voor veilig werken met hijsmiddelen.

 1. Belast hijsmiddelen nóóit zwaarder dan de werklast, afhankelijk van de manier van aanslaan

“De werklast (ook wel: Working Load Limit of WLL), is de maximale belasting die je op je hijsmiddel uit mag oefenen. Stel, je hijsband heeft een werklast van 1000 kg, dan is dat de maximale kracht waarmee je het hijsmiddel mag belasten.

Let op! De werklast is afhankelijk van de manier van aanslaan:

  • Sla je de last verticaal en enkelvoudig aan? Dan heb je te maken met een factor 1. De toegestane werklast van je hijsmiddel blijft dan hetzelfde.
     
  • Sla je de last aan door middel van een strop? Dan hanteer je factor 0,8. Dit betekent dat je de werklast eerder bereikt. Bereik je de werklast normaal gesproken bij 1000 kg? Dan is dat bij een strop 800 kg.
     
  • Sla je de last aan door middel van een tweesprong, met een binnenhoek tot maximaal 90 graden? Dan heb je te maken met een factor 1,4. De belasting op je hijsmiddel wordt in deze situatie groter. In deze situatie kun je met 2 hijsbanden van 1000 kg, in totaal maar 1400 kg hijsen.


In onderstaande tabel noem ik meer voorbeelden.

Een te zware of verkeerd aangeslagen last tot ongevallen leiden. Een te zware belasting was de oorzaak van 3% van de bedrijfsongevallen. Daarbij veroorzaakten verkeerd aangeslagen lasten 19% van de bedrijfsongevallen.

Sta dus stil bij deze twee vragen:

  • Op welke manier sla ik de last aan mijn hijsmiddel?
  • Wanneer zit mijn hijsmiddel dan aan de maximaal toegestane belasting?”

 

2. Belast gelijkmatig en voorkom schokbelasting

“Zorg dat je het hijsgereedschap zeer rustig op spanning brengt en daarna langzaam start met hijsen. Pas op het moment dat je last vrij van de grond is, kun je verder met de overige hijswerkzaamheden.

In de praktijk kan het verleidelijk zijn om een hijsmiddel aan te slaan en vervolgens in één keer vol gas te geven met het hijswerktuig. Mijn dringende advies: doe dit niet. Er ontstaat dan schok- en piekbelasting in je hijsmiddel. Dat is schadelijk voor het materieel én voor het product dat je hijst.

Bovendien kan te snel hijsen serieuze ongelukken veroorzaken. Bijvoorbeeld als het hijsmiddel niet goed vast blijkt te zitten. Het hijsmiddel kan dan losschieten. Als je gelijkmatig belast zie je het op tijd als een band niet juist is bevestigd. En kun je dit vóór het losschieten herstellen.”

 

3. Hijsbanden: nooit gedraaid of geknoopt gebruiken

“Wat als een hijsband of ketting te lang blijkt, bijvoorbeeld omdat de hijspunten van de last niet op dezelfde hoogte zitten? Leg in elk geval nóóit een knoop of lus in je hijsband of ketting. En gebruik kettingen ook nooit gedraaid. De kracht en warmteontwikkeling die dan door wrijving vrijkomen in zo’n lus of knoop, is dusdanig hoog dat je de knoop er nooit meer uitkrijgt én je hijsmiddel verzwakt. Je brengt door de knoop de breeklast (de belasting waarop het hijsmiddel zou mogen breken) ook naar beneden.

Gebruik daarom hijsmiddelen die verschillend van lengte zijn en koppel die met een verbindingsstuk (zoals een harpsluiting of jokerhaak) aan elkaar. Bijvoorbeeld twee kortere hijsbanden (in het geval van een te lange hijsband). Een hijsband combineren met een ketting kan ook. Zie onderstaande afbeelding.



Houd hierbij wel rekening met de werklast. Als die hetzelfde is bij beide hijsmiddelen, dan is er niets aan de hand. Heeft het ene hijsmiddel een lagere werklast dan de andere? Dan geldt de laagste werklast als uitgangspunt. Bij een ketting met een werklast van 2000 kg en een hijsband met een werklast van 1000 kg, mag de leng belast worden met maximaal 1000 kg. Je houdt rekening met de zwakste schakel.”

 

4. Belast alléén op scherpe hoeken met bescherming om het hijsmiddel

“We spreken van een scherpe hoek als de radius van die hoek kleiner is dan de diameter of dikte van je hijsmiddel. Stel, je hijsmiddel is 5 millimeter dik. Als je ‘onbeschermd’ wilt hijsen met het hijsmiddel, dan moet de radius van de hoek (de afgeronde kant) ook minimaal 5 millimeter zijn.

Is dat niet het geval? Dan is er sprake van een scherpe hoek. Als je dan gaat hijsen, ontstaat er buigbelasting van je ketting óf insnijding van je hijsband. In het geval van een ketting ontstaat er metaalmoeheid en zal uiteindelijk de schalm breken. En bij een hijsband zal het polyester op den duur scheuren.

Een scherpe hoek is niet altijd te voorkomen. Dan is het belangrijk dat je het hijsmiddel beschermt met een beschermhoes (van polyester, Dyneema of polypropeen).”

 

5. De pendiameter van de sluiting waarop je een ketting of staalkabel aanslaat, moet minimaal 2x de schalmdikte of kabeldiameter zijn

“Sla je een ketting of staalkabel aan op bijvoorbeeld een harpsluiting? Weet dan dat de diameter van de pen van de bout (de pendiameter) minimaal 2x zo groot moet zijn als de schalmdikte of kabeldiameter. Alleen dan verdeel je de krachten goed.

Is de pendiameter bijvoorbeeld even groot als de schalmdikte of kabeldiameter? Dan zal de pen van de bout buigen en kun je nog maar 50% van je werklast hijsen. Bij 2x de diameter stijgt dit percentage naar 65%.

Pas bij 6x de diameter stijgt de werklast naar 100%, maar dit is in de praktijk vrijwel niet haalbaar en ook niet nodig. Volgens de regelgeving is 2x de diameter (en dus 65% van de werklast) voldoende, omdat je het hijsmiddel vaak dubbel gebruikt. Bijvoorbeeld in een hoek. Weet je nog wat ik zei over regel 1, dat de werklast van het hijsmiddel groter wordt als je het hijsmiddel in een hoek gebruikt? Hier geldt hetzelfde. Dus als je je hijsmiddel in een hoek gebruikt, vergroot je de werklast. In plaats van 65%, wordt de werklast dan 120%. Daarom is het voldoende als de pendiameter 2x zo groot is als de schalmdikte of kabeldiameter.

Hijsmiddelen met dezelfde werklast zijn door fabrikanten meestal al zo afgestemd dat ze in elkaar passen. De penmaat van een sluiting is dus vaak al dusdanig ontworpen dat de D/d-verhouding met de juiste hijsband klopt. In de meeste gevallen kom je dan zelfs aan 3x de diameter.”

 

6. Kettingwerk: nooit gebruiken onder de -40 graden of boven de 200 graden

“Bij -40 graden of meer verandert de moleculaire samenstelling van staal zodanig, dat de kans bestaat dat de ketting breekt. Houd daar rekening mee als je kettingen gebruikt in zeer koude ruimtes of gebieden. Denk aan het poolgebied of aan vriescellen. Het zogenaamde polarstaal is wel geschikt voor koude omgevingen, tot -60 graden.

Ook bij extreem warme omgevingen kun je beter oppassen. Stel je voor dat je in een steenfabriek werkzaam bent en je moet een steenwagen uit een oven halen omdat er iets stuk is. Dan mag je wel een ketting gebruiken, maar niet onder volle belasting. Stel je hebt een ketting met een werklast van 1000 kg, dan mag je hem bijvoorbeeld gebruiken tot een maximale belasting van 500 kg. Zodat ‘ie niet volledig belast wordt. En dat is op 200 graden en meer.

‘Trek’ dus in plaats van de vollast altijd de helft, omdat de ketting warm wordt en daardoor een deel van zijn trekkracht en sterkte verliest.”

 

7. Polyester hijsbanden: nooit gebruiken onder -40 graden of boven 100 graden (en let op de rijghoek)

“De rijghoek van polyester hijsbanden mag niet groter zijn dan 120 graden. Dus als je een lus hebt gemaakt om de werklast of buis, dan mag de hoek daarboven niet groter zijn dan 120 graden. Maak je een lus om bijvoorbeeld een stalen buis? Dan mag de rijghoek niet groter zijn dan 120 graden. Anders komt er een te grote trekkracht op het knooppunt.

Voor hijsbanden geldt daarbij dat je deze niet mag gebruiken onder de -40 graden. Dan bevriest je band en breekt deze spontaan. Gebruik hijsbanden ook niet boven de 100 graden. Zelfs niet onder lagere belasting, want polyster is nu eenmaal gevoeliger voor hitte dan een stuk staal.”

 

_______________________________________________________________

BERICHT VOOR DE REDACTIE 

Tal van organisaties in de bouw, industrie, logistiek & transport en offshore-sector werken veiliger, ergonomischer en efficiënter dankzij de hijs- en hefexpertise en valbeveiligingsoplossingen van Mennens. Sinds onze oprichting in 1888 staan we bedrijven en organisaties bij met verregaande kennis en doordacht advies over veilig hijsen, heffen en werken op hoogte. Zodat de veiligheid van medewerkers doorlopend is geborgd en het benodigde materieel langdurig meegaat.

Contactinformatie

Neem voor meer informatie contact op met:

  • Michel de Vos (marketing manager)  
  • michel.de.vos@mennens.nl
  • 06 1004 2931