Bericht van: Dirk van Blijswijk, Specialist Valbeveiliging

Persoonlijke valbeveiliging kiezen, zo pak je het aan

Bron: Arbo-online, 2 augustus 2023
Tekst: Dirk van Blijswijk, expert werken op hoogte bij Mennens


Werk je op hoogte en blijkt uit de RI&E dat er valgevaar is? Dan zijn beheersmaatregelen noodzakelijk. Het kan zijn dat je hierbij uitkomt op persoonlijke valbeveiliging. Zodra je op onderzoek uitgaat, ontdek je dat er veel te kiezen valt. Hoe maak je de juiste keuze?

Kijken we naar de beheersmaatregelen volgens de arbeidshygiënische strategie bij werken op hoogte, dan is persoonlijke valbeveiliging ‘de hekkensluiter’. Alleen als bronaanpak, collectieve voorzieningen en persoonlijke maatregelen niet volstaan, kies je hiervoor. In dit artikel ga ik ervan uit dat je deze afweging al hebt gemaakt.
 

Het ABC van persoonlijke valbeveiliging

In de zoektocht naar persoonlijke valbeveiliging heb je altijd te maken met drie vaste componenten: Anchorpoint (ankerpunt), Bodysupport (harnas) en Connecting device (verbindingsmiddel). Dit heet ook wel ‘het ABC van persoonlijke valbeveiliging’.

Breng vooraf de werksituatie in kaart

Hoe bepaal je nu wat je nodig hebt? Hiervoor is het belangrijk om vooraf een aantal zaken helder te hebben. Dit kan je het beste doen met een Taak Risico Analyse (TRA). Is er bijvoorbeeld al een vaste ankerpuntvoorziening aanwezig of niet? In het eerste geval hoef je geen ankerpunt meer te kiezen.

Zorg verder dat je weet hoe hoog je vanaf de grond werkt. En hoeveel ruimte er onder je is. Dit is van belang voor de lengte van het verbindingsmiddel én voor de plek van een eventueel (tijdelijk) ankerpunt.

Bekijk daarnaast vooraf hoelang je moet werken (dit bepaalt de keuze en comfort van het harnas) en welk type werk je gaat uitvoeren. Werk je in een hete omgeving, een besloten ruimte of moet je echt hangen in een harnas? Dan vraagt dit weer om specifieke valbeveiligingsmiddelen.

Hierna volgt een aantal tips per component van het ABC van persoonlijke valbeveiliging.
 

A: Ankerpunten (Anchor)

We beginnen met de A van het ABC van persoonlijke valbeveiliging. Allereerst kies je een geschikt ankerpunt. In de ideale wereld zijn er overal permanente ankerpunten (EN795 type A) aanwezig. Maar in de praktijk is dat lang niet altijd zo.

Andere voorbeelden van vaste ankerpunten zijn horizontale (staal)kabelsystemen (EN795 type C) en horizontale railsystemen (EN795 type D). Kom je hierop uit, dan zal je deze moeten laten monteren door een gespecialiseerd bedrijf.

Daarom ga ik er voor dit artikel vanuit dat je zelf een (tijdelijk) ankerpunt voor je persoonlijke valbeveiliging moet kiezen en plaatsen. In dat geval kies je uit ankerpunten van het type B of E.

Type B: mobiele ankerpunten

Dit zijn ankerpunten die je met je mee kan nemen en op verschillende plaatsen op of om een onderconstructie kan plaatsen die sterk genoeg is. Na gebruik demonteer je het ankerpunt weer. Voorbeelden van mobiele ankerpunten zijn een ankerstrop, balkenklem of horizontale spanlijn.

Voordelen: Er is voor vrijwel elke situatie wel een ankermogelijkheid. De meeste zijn vrij eenvoudig mee te nemen en te plaatsen. Ankerstroppen zijn relatief voordelig en in diverse lengtes verkrijgbaar.

Nadeel: De onderconstructie moet sterk genoeg zijn.

 

                                                                                                                                              


Type E: doodgewicht ankerpunten

Deze ankerpunten werken op basis van een contragewicht. Ze worden vooral gebruikt bij tijdelijke werkzaamheden op plekken waar geen permanente ankerpunten zijn of geplaatst mogen worden. Bijvoorbeeld op sommige daken of kademuren.

Voordelen: Handig voor als je niets permanent mag plaatsen.

Nadelen: De onderconstructie moet sterk genoeg zijn. Daarnaast zijn de ankerpunten voor je persoonlijke valbeveiliging vaak lastig op hoogte te krijgen.





B: Harnassen (Bodysupport)

Dan komen we bij de B van persoonlijke valbeveiliging: de harnassen. Deze zijn voor het gemak in drie subgroepen te verdelen: basisharnassen, werkpositioneringsharnassen en zitharnassen.

1. Basisharnas

Een basisharnas beschikt over minimaal één aanhaakpunt op de rug. Steeds vaker zie je basisharnassen met een punt op de borst én rug. Dit harnas is geschikt als je jezelf vast moet zetten om een eventuele val tegen te gaan of op te vangen, maar je niet voor langere tijd in het harnas hoeft te leunen/hangen. Denk aan werken met persoonlijke valbeveiliging op een dak of in een hoogwerker.


2. Werkpositioneringsharnas

Dit is meestal een basisharnas, maar dan met een extra heupband met twee ogen op de heupen. Deze ogen zijn ervoor om in de heupband te leunen, zodat je met twee handen vrij kan werken op hoogte. Deze harnassen worden onder andere veel gedragen bij werk in het verticale vlak. Denk aan vakwerkmasten, windmolens en in kranen.


 

3. Zitharnas

Het meest uitgebreide harnas, met name geschikt en toegepast voor hangend werk. Het zitharnas wordt veel gedragen voor Rope Access-werkzaamheden of reddingswerk.


C. Verbindingsmiddelen (Connecting device)

Tot slot de C van persoonlijke valbeveiliging: de verbindingsmiddelen, waarmee je jezelf vastmaakt aan het harnas en ankerpunt. Deze zijn ook in drie subgroepen te verdelen: lijnen zonder demper (vast of verstelbaar), lijnen met demper en valstopblokken.

1. Lijnen zonder demper (leef- of positioneringslijnen)

Deze verbindingsmiddelen hebben geen demper en je mag en wilt er dus nooit in vallen. De lijnen zijn gemaakt van touw of webbing. Ze zijn alleen geschikt in situaties waarin je de werkplek beperkt. De lijn is dus bij voorkeur vast van lengte en niet langer dan de afstand van het ankerpunt tot aan het valgevaar.

Er zijn ook in lengte verstelbare varianten. Deze leef- of positioneringslijnen worden vaak toegepast op daken, maar ook in een hoogwerker is een korte verstelbare lijn verplicht. In het verticale vlak wordt deze vaak gebruikt in combinatie met een verbindingsmiddel met demper.

2. Lijnen met demper (vallijnen)

Lijnen met demper gebruik je in situaties met valgevaar waarin het gebruik van een lijn zonder demper geen optie is. Val je, dan scheurt de demper uit om de kracht op te vangen die vrijkomt bij de val.

Er zijn enkele en dubbele vallijnen. Met de enkele is je werkgebied beperkt. Met de dubbele is je werkgebied oneindig, zolang je jezelf kan aanhaken aan een voldoende sterk ankerpunt of onderconstructie.

Vallijnen zijn gemaakt van touw of webbing en zijn goed bruikbaar op grote hoogten. Denk aan werk aan hoogspannings- en telecommasten, kranen en windmolens.

3. Valstopblokken

Een valstopblok heeft altijd een demper en werkt als een autogordel. Ze zijn gemaakt van webbing of staalkabel. Val je, dan blokkeert het valstopblok direct dankzij een remmechanisme en scheurt de demper uit. Met een minivalstopblok creëer je dus vrijwel altijd een kortere val dan met een vallijn.

Kleine valstopblokken gebruik je in situaties waarin er een beperkte vrije ruimte onder je is. Grote valstopblokken beschikken soms ook over een reddingsfunctie (takelmechanisme) of automatische afdaalfunctie. Het gebruik is zeer divers en afhankelijk van de werkzaamheden en de specifieke locatie.

Let op: in de gebruiksaanwijzing vind je aan welk aanhaakpunt van je harnas je een verbindingsmiddel vast mag maken en hoe hoog je ankerpunt moet zitten. Ook kan je hierin vinden wat het maximale gebruikersgewicht is. En of een verbindingsmiddel geschikt is voor gebruik bij scherpe randen.

Persoonlijke valbeveiliging? Laat je informeren

Bovenstaande informatie over persoonlijke valbeveiliging is bij lange na niet volledig omdat er zoveel situaties, werkzaamheden en producten zijn. Het biedt wel een leidraad om eenvoudiger een veilige keuze te maken.

Zorg er daarnaast voor dat je als drager echt goed getraind bent in het gebruik van de valbeveiligingsmiddelen. Dit is wettelijk verplicht, maar bovenal doe je dit voor je eigen veiligheid. Laat je dus altijd informeren door een specialist.



Neem contact op